De wijngaard groeit en bloeit!

In deze blog nemen we je mee tussen de wijnranken en laten we zien hoe we met zorg en precisie werken aan de basis van onze wijnen. Van scheutenselectie tot de eerste bloei – elke stap draagt bij aan de kwaliteit in je glas.

Na het hervatten van de sapstroom in de maanden maart & april, zien we opnieuw leven in de wijngaard. Jonge scheutjes groeien dag per dag en kleuren de wijngaard opnieuw groen (in plaats van het dorre bruin dat heerst in de wintermaanden). Een nieuwe fase in de groeicyclus van de plant breekt aan, en wij staan klaar om de handen uit de mouwen te steken!

Scheutenselectie 

Een wijnstok in volle groei, mag je je letterlijk voorstellen als een stam met daarop selectief gekozen takken die samen een volle loofwand vormen. Een loofwand waarvan de bladeren noodzakelijk zijn voor het opvangen van het zonlicht. Eentje die met andere woorden groot en vol moet zijn, maar toch ook gecontroleerd moet groeien.

Dit 'gecontroleerd' groeien van het bladerdek (a.k.a. de loofwand), start in april, bij het uitvoeren van de scheutenselectie. Een secuur werk waarbij vele handen en vooral een dosis gezond verstand nodig zijn. Tijdens de scheutenselectie kiezen we plant per plant, welke jonge scheutjes de kans krijgen om zich te ontwikkelen en welke we manueel verwijderen. We bepalen m.a.w. in welke scheuten de plant zijn energie moet steken, zodat wildgroei en uitputting in de wijngaard geen kans krijgen.

Een reden om scheuten te verwijderen, is bijvoorbeeld dat ze groeien op de stam van de wijnstok, wat we aanzien als 'oud hout'. De takken die hierop groeien dragen niet bij aan de kwaliteit van onze uiteindelijke druiven en hebben met andere worden geen nut. Integendeel, ze vragen net veel energie van onze plant!

Een cruciale plaats om scheuten te verwijderen, is de courson op de linker- en/of rechterarm van de wijnstok. Z'n courson is een 'verhout' takje van zo'n 5-8 cm lang, waarop in jaar 1, één of twee jonge scheuten uitgroeien tot takken, die deel uitmaken van de loofwand. Tijdens de wintersnoei in jaar 1 zal één van beide takken geslecteerd worden als toekomstige baguette voor de volgende oogst en zal de andere tak weggesnoeid worden. Belangrijk om weten is hierbij dat je in april/mei wel 3-4-5 jonge scheuten op de courson terugvindt. Onze taak hierin is het selecteren van 1 of 2 jonge scheuten die op de juiste plaats op de courson staan, en dus mogen uitgroeien tot volwaardige takken. Welke die 'juiste plaats' is, wordt bepaald door de sapstroom in de plant en voorgaande snoeiwonden die je op de wijnstok terugvindt. Wie hier graag een gedetailleerde uitleg over krijgt, raden we aan een bezoek te brengen aan onze wijngaard, onder begeleiding van een gids. Onze gidsen nemen je mee tussen de wijnranken om alle groeifases in de wijngaard te verduidelijken! 

Begeleiden van de jonge takken

Na de scheutenselectie krijgen de uitverkoren scheuten (en later takken) de vrijheid om verder te groeien. Deze groei moet echter in goede banen geleid worden. We begeleiden de takken naar boven toe, door ze tussen de bestaande, horizontale, ijzeren draden te steken die je langsheen de rijen wijnstokken terugvindt.  Bovendien spannen we met de tractor jaarlijks nieuwe draden voor extra steun, vooral om de fragiele takken te ondersteunen bij sterke windstoten.

Intussen ontwikkelt het bladerdek zich stap voor stap. Aan de onderkant van iedere jonge tak verschijnen steeltjes die nu nog bloemetjes dragen, maar al doen dromen van kleine druiventrosjes. Dit is een spannende fase: de floraison (bloei). Wanneer de bloemetjes bevrucht worden, beginnen in juni de eerste piepkleine druifjes zich te vormen.

Handmatig werk in meerdere rondes

Het proces van (onder)scheuten op de stam verwijderen en takken begeleiden herhalen we gedurende het voorjaar en het begin van de zomer. Het is intensief werk: 100% handarbeid, waarbij we meerdere keren door de wijngaard trekken om de planten in topvorm te houden. 

Bladbeheer – balans tussen bescherming en zonlicht

In de zomermaanden juni en juli groeit het bladerdek verder en nemen ook onze druiventrosjes toe in volume. Als het bladerdek te hoog groeit (in België boven 2,20 meter), korten we de takken machinaal in. Een te hoog bladerdek zou de efficiëntie van de plant namelijk verstoren én schaduw veroorzaken op de naburige jonge druiventrossen.
 

Daarnaast staan de zomermaanden in teken van ontbladeren. Een volgroeide loofwand is noodzakelijk om zonlicht op te vangen, dat doorheen de plant reist om uiteindelijk onder de vorm van suiker in het druivensap terecht te komen. Maar té veel blaadjes rond de jonge trossen, is nefast voor de groei en rijping van de druiven. Een tekort aan rechtstreeks zonlicht kan de afrijping van de druiven vertragen én zeer belangrijk: het teveel aan (soms natte) bladeren dat rond de trossen zit, verhoogt de kans op (schimmel)ziektes in de wijngaard. Reden genoeg om onze tractor met bladblazer door de wijngaard te sturen en het teveel aan blaadjes rond de jonge druiventrossen weg te blazen! 

Op naar de pluk!

Alle deze stappen – van scheutenselectie tot bladbeheer – zijn cruciaal om de druiven een ideaal groeiproces te bieden. Hoe en wanneer onze druiven verder rijpen, en wanneer ze uiteindelijk plukklaar zijn, vertellen we in onze volgende zomerblog.